De RVS bevestigde het terugdraaien van de boete door het CBP door de lagere rechter, maar ging helaas niet in op de vraag of louter commerciële belangen kwalificeren als een geldig gerechtvaardigd belang.
Achtergrond
De gegevensverwerking door VoetbalTV, een samenwerking tussen de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond en Talpa Network waardoor fans professionele videobeelden van amateurvoetbalwedstrijden konden bekijken op het online platform van VoetbalTV, was gebaseerd op gerechtvaardigd belang. Het CBP heeft onderzoek gedaan naar Voetbal TV en heeft in 2019 een boete van 575.000 euro opgelegd. In de handhavende actie tegen VoetbalTV heeft het CBP zich op het standpunt gesteld dat een gerechtvaardigd belang op grond van de AVG een belang moet vertegenwoordigen dat is aangemerkt als een wettelijk belang bij wetgeving of anders door de wet, en het moet worden beschouwd als “beschermingswaardig” en een “dringend” karakter hebben.
Puur commerciële belangen en winstmaximalisatie zijn naar het oordeel van het CBP niet specifiek genoeg en missen een dringend ‘juridisch’ karakter, en kunnen daarom niet worden aangemerkt als gerechtvaardigd belang, waardoor VoetbalTV de AVG heeft geschonden door persoonsgegevens te verwerken zonder geldige legale basis.
VoetbalTV voerde aan dat haar belang bij verwerking ligt in (i) het vergroten van de betrokkenheid en het plezier van voetbalfans, inclusief die van de spelers die op de video zijn vastgelegd, (ii) het mogelijk maken van technische analyse door trainers en analisten van de voetbalclubs en derden, en (iii) het aanbieden van de mogelijkheid aan spelers, vrienden en familieleden om op afstand naar wedstrijden te kunnen kijken. Deze argumenten werden door het CBP afgewezen en het CBP legde een boete op. VoetbalTV heeft de uitspraak van het CBP voor de rechter aangevochten.
Beslissing lagere rechtbank
De rechtbank Midden-Nederland was het in november 2020 niet eens met het CBP en oordeelde dat het CBP vanwege de rigide interpretatie ervan niet goed heeft beoordeeld of VoetbalTV de grond van gerechtvaardigd belang juist had toegepast, en vernietigde het besluit van het CBP tot het opleggen van de prima. De beslissing is beschikbaar hier (in het Nederlands).
Het CBP is tegen de uitspraak van de rechtbank in beroep gegaan bij de RVS. Het CBP heeft de RVS onder meer verzocht te verwijzen naar de vraag of puur commerciële belangen van de verwerkingsverantwoordelijke kunnen kwalificeren als gerechtvaardigd belang op grond van artikel 6 lid 1 sub f AVG.
RVS besluit
De RVS bevestigde de uitspraak van de lagere rechter en oordeelde dat VoetbalTV de boete niet hoefde te betalen omdat de uitspraak van het CBP ongegrond was. De RVS oordeelde dat het CBP ten onrechte niet heeft overwogen of de verwerking door VoetbalTV (het filmen en ter beschikking stellen van voetbalwedstrijden aan derden, ook aan personen die gefilmd wilden worden) noodzakelijk zou zijn om ook andere belangen dan puur commerciële belangen van VoetbalTV te behartigen. De RVS merkte ook op dat het aan de verantwoordelijke is om te bepalen welk belang hij heeft bij de verwerking, waarom die verwerking nodig is om deze te realiseren en om daarnaar te handelen. Het CBP moet op haar beurt beoordelen wat de verwerkingsverantwoordelijke daadwerkelijk doet, of met die activiteit de beoogde belangen worden behartigd en of de verwerking gerechtvaardigd is. De RVS bevestigde de redenering van de kantonrechter dat het CBP naast deze aspecten ook rekening had moeten houden met andere niet louter commerciële belangen.
Door ten onrechte geen rekening te houden met de door VoetbalTV gestelde belangen heeft het CBP ten onrechte geoordeeld dat VoetbalTV in strijd met artikel 6 lid 1 sub f AVG heeft gehandeld. De RVS concludeerde verder dat het niet nodig was om de vraag of een uitsluitend commercieel belang op zich een gerechtvaardigd belang in de zin van artikel 6 lid 1 sub f AVG kan zijn, te beantwoorden en deze vraag voor te leggen aan het HvJ-EU.
Omstreden gerechtvaardigd belang begeleiding door CBP
Ook heeft het CBP in november 2019 een leidraad gepubliceerd over de interpretatie van het gerechtvaardigd belang (Stichting Normuitleg ‘gerechtvaardigd belang’verkrijgbaar hier in het Nederlands), waar het puur commerciële belangen en winstmaximalisatie van een verwerkingsverantwoordelijke verwierp als legitieme belangen in de zin van artikel 6(1)(f) AVG. De leidraad stelde dat er geen legitiem belang is wanneer persoonsgegevens worden verwerkt voor (i) puur commerciële belangen, (ii) winstmaximalisatie, (iii) het monitoren van het gedrag van werknemers zonder legitieme reden, of (iv) het volgen van de (aankoop- of andere ) gedrag van (potentiële) klanten.
In juni 2022 publiceerden Nederlandse en internationale massamedia gelekte versies van de correspondentie tussen de Europese Commissie en het CBP, daterend uit 2020, waarin de Europese Commissie het standpunt van het CBP over dit onderwerp bekritiseert. De EDPB heeft gewerkt aan het bijwerken van de pre-GDPR-richtsnoeren over het begrip legitiem belang, die naar verwachting het gemeenschappelijk standpunt van de toezichthoudende autoriteiten van de EU over dit onderwerp zullen verduidelijken.
De Het persbericht van de RVS vindt u hier en de beslissing hier (beide alleen in het Nederlands).
“Muzieknerd. Koffieliefhebber. Toegewijde voedselgeleerde. Webfanaat. Gepassioneerde internetgoeroe.”
More Stories
Toekomstige claims tegen Rusland: belangrijkste implicaties van Oekraïne en Nederland v. Besluit Rusland | Shearman & Sterling LLP
Mangaluru: Afgevaardigden van THIM Universiteit Nederland bezoeken pater Muller
Australië en Nederland ondertekenen Milestone Renewable Hydrogen Agreement